Statuten






STATUTEN Notarieel vastgelegd op 13 april 2022

Naam en zetel
Artikel 1
1.De vereniging is genaamd: Loenense Mixed Hockeyclub en werd opgericht op eenentwintig mei negentienhonderd vijfenzeventig, hierna te noemen "de vereniging”.
2.De vereniging heeft haar zetel in de gemeente Stichtse Vecht.

Doel
Artikel 2
1.De vereniging stelt zich ten doel de bevordering van de hockeysport in al haar verschijningsvormen en voorts het verrichten van al hetgeen daaruit voortvloeit, daartoe bevorderlijk kan zijn, dan wel daarmede verband houdt.
2.Zij tracht dit doel onder meer te bereiken door:
a.Het lidmaatschap van de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond (hierna: "KNHB”) te verwerven en te behouden;
b.haar leden te laten deelnemen aan door de KNHB georganiseerde of goedgekeurde competities, (oefen)wedstrijden en andere activiteiten op het gebied van de hockeysport in welke verschijningsvorm dan ook;
c.de nodige accommodatie aan te brengen en in stand te houden.

Inrichting
Artikel 3
1.Organen van de vereniging zijn: het bestuur en de algemene vergadering, alsmede alle overige personen en commissies die krachtens de statuten door de algemene vergadering zijn belast met een nader omschreven taak en aan wie daarbij door het bestuur beslissingsbevoegdheid is toegekend. 
2.De vereniging kent in elk geval een kascommissie, zoals bedoeld in artikel 15 lid 4, en een continuïteitscommissie, zoals bedoeld in artikel 11 lid 10 en 13 lid 6. 
3.De organen van de vereniging als bedoeld in lid 1 bezitten geen rechtspersoonlijkheid.

Leden en lidmaatschap
Artikel 4
1.De vereniging kent:
a.seniorleden;
b.juniorleden;
c.ereleden;
d.leden van verdienste;
e.trimleden.
Slechts natuurlijke personen kunnen lid zijn van de vereniging.
2.Seniorleden zijn zij die vóór één oktober van het verenigingsjaar de leeftijd van achttien (18) jaar hebben bereikt. 
3.Juniorleden (inclusief trainingsleden) zijn zij die vóór één oktober van het verenigingsjaar jonger zijn dan achttien (18) jaar. 
4.Een juniorlid wordt seniorlid bij het begin van het nieuwe verenigingsjaar waarin het de daartoe krachtens het vorige lid vereiste leeftijd van achttien jaar bereikt, zonder verdere formaliteiten.
5.Ereleden. Dit zijn zij, die zich tegenover de vereniging bijzonder en langdurig hebben verdienstelijk gemaakt en daartoe door een algemene ledenvergadering op voorstel van het bestuur of van tenminste vijf leden met­ tenminste twee/derde der geldig uitgebrachte stemmen worden benoemd. Zij zijn vrijgesteld van het betalen van contributie, hebben toegang tot en stemrecht in de algemene vergadering.
6.Leden van verdienste. Dit zijn zij, die door hun prestaties aanspraak kunnen maken op de erkentelijkheid van de vereniging. Zij worden als zodanig door het bestuur benoemd. Leden van verdienste hebben toegang tot en stemrecht in de algemene vergadering.
7.Trimleden zijn seniorleden die aan speciale trimactiviteiten van de vereniging deelnemen. Zij hebben dezelfde rechten als de seniorleden, met uitzondering van het recht deel te nemen aan de door de KNHB vastgestelde competitie. 
8.Het bestuur houdt een register, waarin de namen, telefoonnummers en (e-mail)adressen van alle leden zijn opgenomen, een en ander op een door de KNHB aan te geven wijze. In het register worden alleen die gegevens bijgehouden die voor het realiseren van het doel van de vereniging noodzakelijk zijn.
9.Het lidmaatschap is persoonlijk en kan niet worden overgedragen.
10.Elk lid is verplicht de statuten en de reglementen van de vereniging alsmede de besluiten van de organen na te leven. 
11.De vereniging verplicht zich voor al haar leden, alsmede voor al degenen die in de vereniging een functie - welke dan ook - bekleden, met uitzondering van hen, die uitsluitend door een financiële bijdrage de vereniging steunen of zullen steunen en van hen die met de hockeysport generlei bemoeienis hebben of zullen hebben, het lidmaatschap van de KNHB aan te vragen. 
12.De vereniging doet dit door de gegevens van al haar leden en functionarissen in te voeren in het ledenadministratiesysteem, waarmee deze automatisch lid worden bij de KNHB. De vereniging stelt haar leden en functionarissen op de hoogte van deze werkwijze.
13.Alleen degenen die voor de duur van hun lidmaatschap of functie ook als lid aangemeld zijn bij de KNHB, kunnen lid zijn van de vereniging en/of hun functie binnen de vereniging uitoefenen.
14.Tot het lidmaatschap van de vereniging kunnen niet worden toegelaten degenen, die niet tot het lidmaatschap van de KNHB worden toegelaten, of van wie de KNHB het lidmaatschap heeft beëindigd.
15.Het bestuur beslist omtrent de toelating van leden en algemene leden. Bij niet toelating tot lid door het bestuur kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten.

Algemene leden
Artikel 5
1.Algemene leden zijn zij, die zich bereid verklaard hebben de vereniging financieel te steunen met een door de algemene vergadering vast te stellen minimum-bijdrage.
2.Algemene leden hebben geen andere rechten en verplichtingen dan die welke hun bij of krachtens de statuten zijn toegekend of opgelegd.

Verplichtingen leden
Artikel 6
De leden van de vereniging zijn verplicht:
a.de statuten en de reglementen van de vereniging en van de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond, hierna te noemen: "KNHB", alsmede de besluiten van hun organen, na te leven;
b.de statuten, reglementen en besluiten van de Stichting Instituut Sportrechtspraak na te leven indien en voor de duur dat de KNHB het uitoefenen van haar tuchtrechtspraak heeft opgedragen aan voornoemde stichting;
c.de verplichtingen die de vereniging en/of de KNHB uit naam van haar leden aangaat of die uit het lidmaatschap voortvloeien, te aanvaarden en na te leven. Tot deze verplichtingen behoort onder meer het aanvaarden en nakomen van door de KNHB, mede namens haar leden, aangegane verplichtingen jegens één of meer derden, aangaande ongevallenverzekering, aansprakelijkheidsverzekering, sponsoring, alsmede aangaande de verkoop­ en/of exploitatie van televisie- en/of radio-opnamen en/of uitzendrechten via welk communicatiemiddel dan ook (waaronder in elk geval begrepen via internet). In afwijking van het bepaalde in de vorige zin geldt dat de KNHB niet bevoegd is uit naam van de gewone leden die uitkomen in de Hoofdklasse, als gedefinieerd in het bondsreglement, voor wat betreft hun eerste heren- en damesteam, verplichtingen jegens één of meer derden aan te gaan inzake de verkoop en/of exploitatie van televisie- en/of radio-opnamen en/of uitzendrechten via welk communicatiemiddel dan ook (waaronder in elk geval begrepen via internet), één en ander behoudens voor zover zij met het aangaan van die verplichting schriftelijk  hebben ingestemd;
d.zich voor, tijdens en na de wedstrijd behoorlijk te gedragen;
e.ervoor te zorgen dat de door hen te spelen wedstrijden ordelijk verlopen en dat de voorschriften die, door of vanwege het bestuur en/of het bondsbestuur met betrekking tot de handhaving van de orde bij die wedstrijden mochten worden gegeven, stipt worden opgevolgd;
f.ervoor te zorgen dat de belangen of het aanzien van de hockeysport, de vereniging en de KNHB door hun toedoen niet op ontoelaatbare wijze worden geschaad;
g.zich tegenover elkander en derden en tegenover de vereniging en/of de KNHB te onthouden van bedrieglijke handelingen.

Straffen
Artikel 7
1.a. Strafbaar is elk handelen of nalaten in strijd met de wet, statuten, reglementen en/of besluiten van organen van de vereniging, of waardoor de belangen van de vereniging worden geschaad. 
b. Tevens is strafbaar elk handelen of nalaten in strijd met de statuten, reglementen wedstrijdbepalingen daaronder begrepen- en/of besluiten van organen van de KNHB, of waardoor de belangen van de KNHB, dan wel van de hockeysport in het algemeen worden geschaad.
2.In geval van een overtreding als bedoeld in lid 1 kunnen de volgende straffen worden opgelegd:
a.berisping;
b.schorsing;
c.ontzetting uit het lidmaatschap (royement) als bedoeld in artikel 8;
d.uitsluiting van deelname aan wedstrijden, hetzij voor een bepaalde duur, hetzij voor een in de straf bepaald aantal wedstrijden;
e.ontzegging van het recht om één of meer in de straf genoemde functies voor een in de straf genoemde termijn uit te oefenen;
f.geldboete.
3.Het bestuur is bevoegd een lid te schorsen voor een door het bestuur vast te stellen periode, in geval het lid bij herhaling in strijd handelt met zijn lidmaatschapsverplichtingen of door handelingen of gedragingen het belang van de­ vereniging in ernstige matige heeft geschaad. Een besluit tot schorsing dient binnen twee maanden te worden gevolgd door kennisgeving van het geschorste lid van een besluit van het bestuur tot opzegging van het lidmaatschap namens de vereniging dan wel tot ontzetting uit het lidmaatschap op voet van al het dienaangaande in het volgende artikel. Bij gebreke van het een en ander vervalt de schorsing na afloop van die termijn. Hangende de procedure blijft het lid geschorst. Gedurende de periode dat een lid is geschorst, kunnen de aan een lidmaatschap verbonden rechten, waaronder het stemrecht niet worden uitgeoefend. De schorsingsprocedure kan, onder verantwoordelijkheid van het bestuur, worden gedelegeerd aan de tuchtcommissie.
4.In geval van overtredingen als bedoeld in lid 1 sub b is het betrokken lid onderworpen aan de bepalingen van het tuchtreglement van de KNHB.

Einde van het lidmaatschap
Artikel 8
1.Het lidmaatschap eindigt:
a.door de dood van het lid;
b.door opzegging van het lid;
c.door opzegging namens de vereniging. Deze kan geschieden wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het lidmaatschap bij de statuten gesteld te voldoen, wanneer hij zijn verplichtingen jegens de, vereniging niet nakomt, alsook wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren;
d.opzegging van het lidmaatschap door de vereniging geschiedt door het bestuur, wanneer het de vereniging krachtens de statuten van de KNHB verboden is het betrokken lid als lid van de vereniging te handhaven;
e.door ontzetting. Deze kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in­ strijd met de statuten, reglementen of besluiten der vereniging handelt, of­ de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
2.Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur.
3.Opzegging van het lidmaatschap door een lid of door de vereniging dient uiterlijk op één mei van het verenigingsjaar schriftelijk kenbaar te worden gemaakt aan het secretariaat. Echter kan het lidmaatschap onmiddellijk worden beëindigd indien van de vereniging of van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
4.Een opzegging in strijd met het bepaalde in het vorige lid doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgende op de datum waartegen was opgezegd.
5.Een lid is niet bevoegd zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang op te zeggen in het geval zijn geldelijke rechten en verplichtingen worden gewijzigd.
6.Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door de KNHB of het bestuur. 
7.Indien een lid door de KNHB uit het lidmaatschap is ontzet of het lidmaatschap op andere wijze is beëindigd, is het bestuur, na het onherroepelijk worden van deze ontzetting of beëindiging, verplicht het lidmaatschap van het desbetreffende lid met onmiddellijke ingang op te zeggen.
8.Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door de vereniging op grond dat redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren en van een besluit tot ontzetting uit het lidmaatschap staat de betrokkene binnen een maand na de ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep open op de algemene vergadering. Hij wordt daartoe ten spoedigste schriftelijk van het besluit met opgave van redenen in kennis gesteld. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst, met dien verstande dat het geschorste lid het recht heeft zich in de algemene vergadering, waarin het beroep wordt behandeld, te verweren.
9.Wanneer het lidmaatschap in de loop van het verenigingsjaar eindigt, blijft desniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel verschuldigd.

Geldmiddelen en contributie
Artikel 9   
1.De geldmiddelen van de vereniging kunnen bestaan uit:
a.de contributies van de leden;
b.inschrijfgelden;
c.subsidies;
d.bijdragen van de algemene leden;
e.andere inkomsten.
2.De leden en de algemene leden zijn gehouden tot het betalen van een jaarlijkse contributie, die door de algemene vergadering zal worden vastgesteld. Zij kunnen daartoe in categorieën worden ingedeeld die een verschillende bijdrage betalen.
3.Het bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke ontheffing­ van de verplichting tot het betalen van een bijdrage te verlenen.
4.Het huishoudelijk reglement kan bepalingen bevatten ter zake van door de leden in voorkomende gevallen aan de vereniging verschuldigde schadeloosstellingen en boeten.
5.Een lid is verplicht zijn financiële verplichtingen op de door de vereniging aangegeven datum (de vervaldatum) te voldoen. Indien het lid een maand na de vervaldatum niet geheel aan zijn financiële verplichtingen heeft voldaan, is hij vanaf die datum zonder recht van beroep uitgesloten van deelname aan de activiteiten van de vereniging totdat hij geheel aan zijn financiële verplichtingen heeft voldaan. Gedurende die periode kan het lid in de vereniging geen rechten uitoefenen en blijft hij verplicht te voldoen aan alle verplichtingen welke uit het lidmaatschap voortvloeien.
6.Indien een lid niet tijdig voldoet aan zijn financiële verplichtingen tegenover de vereniging, is het lid vanaf de vervaldatum over het verschuldigde bedrag de wettelijke rente verschuldigd. Blijft het lid geheel of gedeeltelijk in gebreke, nadat hem een nieuwe termijn voor betaling is gegund, dan is het lid behalve de wettelijke rente ook het wettelijke percentage incassokosten over het oorspronkelijke bedrag verschuldigd. Volhardt het lid in zijn verzuim, dan is hij naast de wettelijke rente en genoemde incassokosten ook alle redelijkerwijs voor de inning van zijn schuld aan de vereniging door een advocaat of deurwaarder gemaakte kosten verschuldigd, tenzij de rechter anders beslist.

Einde van de rechten en verplichtingen van algemene leden
Artikel 10
1.De rechten en verplichtingen van een algemeen lid eindigen door overlijden van het algemeen lid en kunnen te allen tijde wederzijds door opzegging worden beëindigd, behoudens dat de jaarlijkse bijdrage over het lopende verenigingsjaar voor het geheel blijft verschuldigd.
2.Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur.

Bestuurssamenstelling en benoeming
Artikel 11
1.Het bestuur bestaat uit ten minste vijf personen, die door de algemene vergadering worden benoemd. De benoeming geschiedt uit de leden, behoudens het bepaalde in lid 2.
2.De algemene vergadering kan besluiten dat één of meer leden van het bestuur buiten de leden word(t)en benoemd.
3.Het bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester aan. Het kan voor elk hunner uit zijn midden een vervanger aanwijzen. Een bestuurslid kan meer dan één functie bekleden.
4.De benoeming van bestuursleden geschiedt uit één of meer bindende, voordrachten, behoudens het bepaalde in lid 5. Tot het opmaken van zulk een voordracht zijn bevoegd zowel het bestuur als tien of meer leden. De voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping voor de vergadering meegedeeld. Een voordracht door tien of meer leden moet vóór de aanvang van de vergadering schriftelijk bij het bestuur worden ingediend.
5.Indien de voordracht één kandidaat voor een te vervullen plaats bevat, heeft een besluit over de voordracht tot gevolg dat de kandidaat is benoemd, tenzij het bindende karakter aan de voordracht wordt ontnomen. Aan elke voordracht kan het bindend karakter worden ontnomen door een met tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de algemene vergadering, genomen in een vergadering waarin tenminste twee/derde van de leden vertegenwoordigd is.
6.Is geen voordracht opgemaakt, of besluit de algemene vergadering overeenkomstig het voorgaande lid de opgemaakte voordrachten het bindend­ karakter te ontnemen, dan is de algemene vergadering vrij in de keus.
7.Indien er meer dan één bindende voordracht is, geschiedt de benoeming uit die- voordrachten.
8.Het lidmaatschap van het bestuur is onverenigbaar met:
a.het lidmaatschap van de kascommissie;
b.(indien deze is ingesteld) het lidmaatschap van de tuchtcommissie;
c.het lidmaatschap van de continuïteitscommissie.
9.Indien het aantal bestuursleden beneden drie is gedaald, blijft het bestuur bevoegd. Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een vergadering te beleggen waarin de voorziening in de open plaats of de open plaatsen aan de orde komt.
10.Bij ontstentenis of belet van alle bestuursleden berust het bestuur tijdelijk bij de continuïteitscommissie of door deze commissie aan te wijzen personen. Voor de gedurende deze periode verrichte bestuursdaden worden de aangewezen personen met een bestuurder gelijkgesteld.

Einde bestuurslidmaatschap
Artikel 12
1.Elk bestuurslid, ook wanneer hij voor een bepaalde tijd is benoemd, kan te allen tijde door de algemene vergadering worden ontslagen of geschorst. Een besluit tot schorsing of ontslag van een bestuurslid kan door de algemene vergadering slechts worden genomen met een meerderheid van tenminste twee derde van de uitgebrachte stemmen en mits het desbetreffende bestuurslid in de gelegenheid is gesteld zich tegenover de algemene vergadering te verklaren. Een besluit tot schorsing, die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door een­ besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.
2.Elk bestuurslid treedt uiterlijk drie jaar na zijn benoeming af, in de eerstvolgende ledenvergadering. De aftredende is herkiesbaar. De aftredende is terstond, al dan niet aansluitend, doch ten hoogste tweemaal herbenoembaar, telkens voor een periode van uiterlijk drie jaar. Wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster van aftreden in beginsel niet de plaats van zijn voorganger in.
3.Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts:
a.door het aanvaarden van een functie die onverenigbaar is met het bestuurslidmaatschap;
b.door zijn overlijden;
c.door vrijwillig aftreden.

Functies, vergaderingen en besluitvorming van het bestuur
Artikel 13
1.Van het verhandelde in elke vergadering worden notulen opgemaakt, die door de voorzitter en de secretaris worden vastgesteld. In afwijking van hetgeen de wet dienaangaande bepaalt, is het oordeel van de voorzitter omtrent de totstandkoming en de inhoud van een besluit niet beslissend.
2.Toegang tot de bestuursvergadering hebben de bestuursleden, alsmede zij die­ door de voorzitter van het bestuur of de ter vergadering aanwezige bestuursleden worden toegelaten. Geschorste bestuursleden hebben geen toegang tot de bestuursvergaderingen.
3.De voorzitter van het bestuur heeft de leiding van de vergaderingen van het bestuur. Bij afwezigheid van de voorzitter benoemt de voorzitter de vervangende leiding van de vergadering.
4.Het bestuur kan slechts geldige besluiten nemen in een vergadering, waarin tenminste de helft van de in functie zijnde bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd is. Een bestuurslid kan zich door een ander bestuurslid bij schriftelijke volmacht ter vergadering doen vertegenwoordigen. Aan de eis van schriftelijkheid van de volmacht wordt voldaan indien de volmacht elektronisch is vastgelegd. Een bestuurslid kan als gevolmachtigde slechts voor één ander bestuurslid ter vergadering zijn stem uitbrengen.
5.leder bestuurslid heeft het recht tot het uitbrengen van één stem.
6.Een bestuurslid neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de vereniging. Wanneer hierdoor geen bestuursbesluit kan worden genomen, wordt het besluit genomen door de continuïteitscommissie. 
7.Alle besluiten in bestuursvergaderingen worden genomen met volstrekte meerderheid van uitgebrachte stemmen. Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. Indien de stemmen staken, is het voorstel verworpen.
8.Bij huishoudelijk reglement kunnen nadere regelen aangaande de vergaderingen van en de besluitvorming door het bestuur worden gegeven.

Bestuurstaak - vertegenwoordiging
Artikel 14
1.Behoudens de beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het besturen van de vereniging.
2.Indien het aantal bestuursleden beneden vijf is gedaald, blijft het bestuur bevoegd. Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een algemene vergadering te beleggen waarin de voorziening van de open plaats of de open plaatsen aan de orde komt.
3.Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies die door het bestuur worden benoemd. 
4.Bij de vervulling van hun taak richten de bestuursleden zich naar het belang van de vereniging en de daarmee verbonden organisatie.
5.Ieder bestuurslid is tegenover de vereniging gehouden tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. Indien het een aangelegenheid betreft die tot de werkkring van twee of meer bestuursleden behoort, is ieder van hen geheel aansprakelijk ter zake van een tekortkoming, tenzij deze niet aan hem is te wijten en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden.
6.Het bestuur is, mits met goedkeuring van de algemene vergadering, bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten tot het verkrijgen, vervreemden of bezwaren van registergoederen, het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een derde verbindt. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden beroep worden gedaan.
7.Het bestuur behoeft eveneens goedkeuring van de algemene vergadering voor besluiten tot:
a.Onverminderd het bepaalde onder b, het aangaan van rechtshandelingen en het verrichten van investeringen tot een bedrag of waarde van tienduizend euro (€ 10.000,00) te bovengaande;
b.I.het huren, verhuren en op andere wijze in gebruik of genot verkrijgen en geven van registergoederen;
II.het aangaan van overeenkomsten, waarbij aan de vereniging een bankkrediet wordt verleend;
III.het ter leen verstrekken van gelden, alsmede het ter leen opnemen van gelden, waaronder niet is begrepen het gebruikmaken van een aan de vereniging verleend bankkrediet;
IV. het optreden in rechte, waaronder begrepen het voeren arbitrale procedures, doch met uitzondering van het nemen van conservatoire maatregelen en van het nemen van die rechtsmaatregelen, die geen uitstel kunnen lijden;
Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door of tegen derden beroep worden    gedaan.
8.Onverminderd het in de laatste volzin van lid 4 bepaalde wordt de vereniging in en buiten rechte vertegenwoordigd:
a.hetzij door het bestuur;
b.hetzij door de voorzitter;
c.hetzij door twee andere bestuursleden.
9.Het bestuur kan besluiten tot het verlenen van volmacht aan een of meer bestuursleden, alsook aan derden, om de vereniging binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.

Jaarverslag -  rekening en verantwoording
Artikel 15
1.Het verenigingsjaar loopt van één augustus tot en met één en dertig juli daaraanvolgend.
2.Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging zodanige aantekeningen te houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
3.Het bestuur brengt op een algemene vergadering binnen zes maanden na afloop van het verenigingsjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene vergadering, een jaarverslag uit en doet, onder overlegging van een balans en een staat van baten en lasten, rekening en verantwoording over zijn in het afgelopen verenigingsjaar gevoerd beleid. Na verloop van de termijn kan ieder lid deze rekening en verantwoording in rechte van het bestuur vorderen.
4.De algemene vergadering benoemt jaarlijks uit de leden een commissie van tenminste twee personen, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. De commissie onderzoekt de rekening en verantwoording van het bestuur en brengt aan de algemene vergadering verslag van haar bevindingen uit.
5.Vereist het onderzoek van de rekening en verantwoording bijzondere boekhoudkundige kennis, dan kan de commissie van onderzoek zich door een deskundige doen bijstaan. Het bestuur is verplicht aan de commissie alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en waarden te vertonen en inzage van de boeken en bescheiden der vereniging te geven.
6.De last van de commissie kan te allen tijde door de algemene vergadering worden herroepen, doch slechts door de benoeming van een andere commissie.
7.Het bestuur is verplicht de administratieve bescheiden bedoeld in dit artikel gedurende zeven jaren te bewaren

Algemene vergaderingen
Artikel 16
1.Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan het bestuur of de organen zijn opgedragen.
2.Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na het verenigingsjaar, wordt een algemene vergadering de jaarlijkse algemene vergadering gehouden. In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde: 
a.het vaststellen van de notulen van de vorige algemene vergadering;
b.het jaarverslag en de rekening en verantwoording bedoeld in artikel 15 met verslag van de aldaar benoemde commissie;
c.de benoeming van de in artikel 15 genoemde commissie en de continuïteitscommissie voor het volgende verenigingsjaar;
d.goedkeuring van de balans en van de staat van baten en lasten en de daarbij behorende toelichting;
e.de vaststelling van de contributies;
f.de vaststelling van de begroting;
g.voorziening in eventuele vacatures;
h.voorstellen van het bestuur of de leden, aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering.
3.Andere algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur dit wenselijk oordeelt.
4.Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek van tenminste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van 50 stemmen verplicht tot het bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan door oproeping overeenkomstig artikel 19 of bij advertentie in tenminste één ter plaatse waar de vereniging gevestigd is veel gelezen dag- en/of weekblad.

Toegang en stemrecht
Artikel 17
1.Toegang tot de algemene ledenvergadering hebben alle leden en de wettelijk vertegenwoordigers van juniorleden alsmede de buiten de leden benoemde bestuursleden en de algemene leden. Geen toegang hebben geschorste leden en geschorste bestuursleden.
2.Juniorleden zijn niet stemgerechtigd; het stemrecht kan alleen door de wettelijke vertegenwoordigers worden uitgeoefend.
3.Over toelating van andere dan de in lid 1 bedoelde personen beslist het bestuur dan we de voorzitter van de algemene vergadering.
4.leder lid, dat niet geschorst is heeft één stem. Het bestuurslid dat geen lid van de vereniging is heeft een raadgevende stem.
5.Een lid of de wettelijke vertegenwoordiger van een juniorlid kan zijn stem of de stem van het juniorlid dat hij vertegenwoordigt door een, schriftelijk daartoe gemachtigd, ander lid uitbrengen, doch dit lid mag niet meer dan twee volmachten waarnemen.
6.Indien het bestuur daartoe besluit, kunnen stemgerechtigde leden in de algemene vergadering hun stemrecht uitoefenen door middel van een elektronisch communicatiemiddel. Het bestuur kan hieraan nadere voorwaarden verbinden.

Voorzitterschap - notulen
Artikel 18
1.De algemene vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het bestuur of zijn plaatsvervanger. Ontbreken de voorzitter en zijn plaatsvervanger, dan treedt één der andere bestuursleden, door het bestuur aan te wijzen, als voorzitter op. Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering daarin zelve.
2.Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris of een ander, door de voorzitter daartoe aangewezen, persoon notulen gemaakt, die door de voorzitter en de notulist worden vastgelegd en ondertekend.
3.De inhoud van de notulen wordt ter kennis van de leden gebracht.

Besluitvorming van de algemene vergadering
Artikel 19
1.Het ter algemene vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter dat door de vergadering een besluit is genomen is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit voor zover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
2.Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het in het eerste lid bedoeld oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid der vergadering of, indien de oorspronkelijke niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
3.Voor zover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten van de algemene vergadering genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
4.Blanco en ongeldige stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
5.Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid­ heeft verkregen heeft een tweede stemming, of ingeval van een bindende voordracht, een tweede stemming tussen de kandidaten plaats. Heeft alsdan nog niemand de volstrekte meerderheid verkregen, dan vinden herstemmingen plaats, totdat één persoon de volstrekte meerderheid heeft verkregen, hetzij tussen twee personen is gestemd en de stemmen staken. Bij deze herstemmingen (waaronder niet is begrepen de tweede stemming) wordt telkens gestemd tussen de personen, op wie bij de voorafgaande stemming is gestemd, evenwel uitgezonderd de persoon, op wie bij de voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen is uitgebracht
Is bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen op meer dan één persoon uitgebracht, dan wordt door loting uitgemaakt op wie van die personen bij de nieuwe stemming geen stemmen meer kunnen worden uitgebracht. In geval bij een stemming tussen twee personen de stemmen staken, beslist het lot wie van beiden is gekozen.
6.Indien de stemmen staken over een voorstel niet rakende verkiezing van personen, dan is het verworpen.
7.Alle stemmingen geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of één der stemgerechtigden zulks vóór de stemming verlangt. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij een stemgerechtigde hoofdelijke stemming verlangt.
8.Een éénstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering. 
9.Zolang in een algemene vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen, mits met algemene stemmen, omtrent alle aan de orde komende onderwerpen dus mede een voorstel tot statutenwijziging of ontbinding ook al heeft geen oproeping plaatsgehad of is deze niet op de voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift omtrent het oproepen en houden van vergaderingen of een daarmee verband­ houdende formaliteit niet in acht genomen.

Bijeenroeping algemene vergadering
Artikel 20
1.De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur, onverminderd het bepaalde in artikel 16 lid 4. De termijn voor de oproeping bedraagt tenminste zeven dagen. De bijeenroeping geschiedt, onder vermelding van datum, plaats en te behandelen agendapunten, door een aan alle leden gerichte mededeling op een daartoe ingericht gedeelte van de website van de vereniging en/of op een andere wijze.
2.Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld, onverminderd het bepaalde in artikel 21 en 22.

Statutenwijziging
Artikel 21
1.In de statuten van de vereniging kan geen verandering worden gebracht dan door een besluit van een algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.
2.Zij die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten tenminste vijf dagen vóór de vergadering een afschrift van dit voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden.
3.Een besluit tot statutenwijziging behoeft tenminste twee derde van de uitgebrachte stemmen in een Algemene Leden Vergadering waarin tenminste twee derde van de leden tegenwoordig of vertegenwoordigd is. Is niet twee derde van de leden tegenwoordig of vertegenwoordigd, dan wordt binnen vier weken daarna een tweede vergadering bijeengeroepen en gehouden, waarin over het voorstel zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest, ongeacht het aantal tegenwoordige of vertegenwoordigde leden, kan worden besloten, mits met een meerderheid van twee/derde van de uitgebrachte stemmen.
4.Wijzigingen in de statuten van de vereniging behoeven de voorafgaande goedkeuring van het bondsbestuur van de KNHB. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen­ verlijden van de akte is ieder bestuurslid bevoegd.

Ontbinding
Artikel 22
1.De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algemene vergadering. Het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 van het voorgaande artikel is van overeenkomstige toepassing.
2.Indien bij een besluit tot ontbinding geen vereffenaars zijn aangewezen, dan geschiedt de vereffening door het bestuur.
3.Het batig saldo na vereffening vervalt aan degenen die ten tijde van het besluit tot ontbinding lid waren. leder hunner ontvangt een gelijk deel. Bij het besluit tot ontbinding kan echter ook een andere bestemming aan het batig saldo worden gegeven.

Huishoudeliik reglement en andere reglementen
Artikel 23
1.Behoudens het elders bij of krachtens deze statuten bepaalde, worden alle reglementen van de vereniging, waaronder het huishoudelijk reglement, door de algemene vergadering vastgesteld en kunnen zij door de algemene vergadering worden gewijzigd of geschrapt.
2.In het huishoudelijk reglement en de andere reglementen van de vereniging worden die onderwerpen geregeld die in deze statuten niet of niet volledig zijn geregeld. Het huishoudelijk reglement en de andere reglementen van de vereniging mogen niet in strijd zijn met de wet, ook waar deze geen dwingend recht bevat, noch met de statuten.

Slotbepaling
Artikel 24
Het bestuur beslist in de gevallen waarin noch de wet, noch deze statuten, noch de reglementen van de vereniging voorzien.